Dia- volg en doorstroomtoets(en) Vanaf groep 3 nemen wij tweemaal per jaar Dia-volgtoetsen af. De eerste keer is in januari/februari en de tweede keer in juni. Dit zijn tussentijdse volgtoetsen voor de kernvakken: rekenen, begrijpend lezen, spelling en technisch lezen. De uitslagen van deze volgtoetsen worden met de ouder(s)/verzorger(s) en het kind besproken tijdens de gespreksmomenten in januari en juni. De Dia-volgtoetsen, de ontwikkelingsmap (MijnRapportfolio) van de kinderen, de observaties en de gesprekken zijn voor ons voldoende om de leermogelijkheden van het kind in kaart te kunnen brengen en ons handelen als stamgroepleider daarop af te stemmen. Leerlingvolgsysteem (LVS) Onze school geeft het onderwijs zodanig vorm dat het zoveel mogelijk aansluit bij het kind. De school volgt de vorderingen in de ontwikkeling van het kind nauwkeurig via DIA. Het DIA-leerlingvolgsysteem gaat uit van referentieniveaus en de kerndoelen van SLO. Binnen DIA-LVS wordt er gewerkt met adaptieve volgtoetsen van groep 3 t/m 8 (inclusief de doorstroomtoets). Met deze toetsen kunnen wij de ontwikkeling volgen en groei in beeld brengen. De wettelijke vastgestelde referentieniveaus geven aan wat kinderen kennen en kunnen op bepaalde momenten in het onderwijs. Het referentieniveau geeft de taal- en rekenvaardigheden van een kind weer en de vaardigheden die hij/zij op bepaalde momenten moet beheersen. Het fundamentele niveau (F-niveau) is de basis die zoveel mogelijk kinderen moeten beheersen. Het streefniveau (S-niveau) is voor kinderen die meer aankunnen. Zo kunnen wij doelen stellen en ons onderwijs hierop afstemmen. Dia volgt daarbinnen de lijn van het kind en gaat uit van groei. De toetsen vormen het startpunt om verder te leren. De volgtoetsen zijn digitaal zodat de toets zich aanpast op het niveau van het kind. De toetsen zijn daardoor niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk. Kinderen worden door de toets geleid met vragen die één voor één op het scherm komen. Daarnaast gebruiken zij een kladblok om bewerkingen en eventuele begrippen op te schrijven. Naast het DIA-LVS maken wij ook gebruik van ParnasSys. De onderbouw werkt met de leerlijnen vanuit ParnasSys, deze gaan ook uit van de kerndoelen SLO. De 4- tot 6-jarigen volgen we aan de hand van genormeerde signaleringslijsten en de ontwikkelingsmappen. Wij werken met Leerlijnen ParnasSys. In het leerlingvolgsysteem staat per ontwikkelingsgebied omschreven wat van kinderen van een bepaalde leeftijd verwacht mag worden. Met behulp van een grafisch overzicht (trendanalyse) kan de stamgroepleider in één oogopslag zien hoe ver de ontwikkeling gevorderd is. Verder kan de stamgroepleider bepalen of er sprake is van een achterstand of voorsprong in de ontwikkeling op een bepaald gebied en hoe groot de sprongen zijn die het kind maakt in zijn ontwikkeling. Wij volgen het kind nauwlettend en gaan ook hierbij uit van groei.